In onze therapiesessies worden wij regelmatig geconfronteerd met het feit dat pijn die in het verleden opgedaan is door een van de partners, later opspeelt in de relatie. Individuele therapie en relatie therapie kunnen daardoor nodig zijn en elkaar aanvullen. Hier komen twee manieren van ervaren en denken samen. De ervaring en denkwijze van een van de partners ‘op-zich’, ooit in het verleden gevormd, en de ervaring en denkwijze van de ander in het hier en nu van de relatie. Oude pijn kan zich zo doen gelden in het actuele van de relatie.
De relatie begint niet tussen twee onbeschreven bladen, maar is een ontdekkingstocht, waar het ‘op-zich’ en de ‘relatie’ beide recht van spreken hebben. Het lijkt een open deur maar bewustwording van dit onderscheid, is het begin van begrip tussen de partners.
We zien de werkelijkheid makkelijk alleen vanuit ons eigen standpunt. Het wordt al snel complex om twee verschillende manieren van kijken naast elkaar te verdragen. Toch is de werkelijkheid in een relatie altijd tweevoudig. Deze kent als het ware een dubbele waarheid. We kijken op twee manieren, namelijk: ‘mijn waarheid op-zich’ en ‘onze waarheid in de relatie’. In relaties is het een belangrijk moment dat ze beide erkend worden en tegelijkertijd ervaren kunnen worden. Alleen samen brengen ze de werkelijkheid van de relatie in beeld, en kan er intimiteit ontstaan.
Naast het feit dat deze twee – ‘mijn waarheid op zich’ en ‘onze waarheid in de relatie’ -tegelijkertijd voorkomen, ontstaan ze in de relatie wel na elkaar. Iedere relatie begint met een soort ‘verliefdheids-fase’. Er lijkt in het begin geen verschil te zijn tussen het ieder ‘op-zich’ en de relatie. Vandaar dat we zeggen dat verliefdheid oogkleppen op heeft. Alles is mooi aan de ander en we zien de minpunten van de ander niet. Maar later wordt dit symbiotische begin verrijkt met het ieder op-zich. Alleen samen zorgen ze voor duurzaamheid. Als het eigene van iedere persoon in de relatie zich ontwikkelt, zorgt dat als vanzelf voor verdieping, waardoor de oude pijn steeds duidelijker in beeld komt. We gaan dan ontdekken dat er op een dieper niveau pijn is geleden door de ander, die in de relatie geheeld zou moeten worden. Terwijl die pijn vaak juist tot gevolg heeft dat we die niet willen tonen omdat we bang zijn voor verlies aan verbondenheid, als de ander die ontdekt. Het kenmerk van deze angst is dat het ons focust op één van de twee manieren van kijken, het kijken ‘op zich’; we kijken dan alleen naar onszelf. De relatie waar alles mee begon dreigt hierdoor uit beeld te raken. Het in beeld leren houden van beide, de relatie naast de individuele ervaring van oude pijn kan het begrip voor elkaar juist vergroten en de relatie verdiepen en intiemer maken.
Het geloof zou hier een bijdrage in kunnen leveren. Ook het geloof begint met de relatie, ‘de eerste liefde’. Met genade als begin van de relatie met Vader, Zoon en H. Geest, strekt deze ervaring zich uit naar iedere persoon ‘op-zich’. Na een tijd ontdekken we dat er ook in onze relatie met God een ‘ik – Jij’ is. Als we leren deze twee in een intieme relatie met God gestalte te geven in ons leven wordt het een innerlijke bron. Deze kan kracht geven om iedere persoon op zich en de relatie tussen beide overeind te houden. De relatie blijft dan de dragende kracht tussen de partners, waardoor we niet alleen op het gedrag van de ander gefocust hoeven zijn.
Hartszaek
Dordrecht, 20 februari 2021
Recente reacties